Fotohandel Delfshaven
Fotohandel Delfshaven
Home Cameras Film Rentals Visit My account Cart Inkoop
New Arrivals Film Rentals Cart Inkoop Home

Te leuk om niet te delen.

Deze publicatie, promotiemateriaal van Odin, destijds de Leica importeur, uit 1968 legt haarfijn uit dat de Leicaflex toch zeker niet onder doet aan de Leica M4 camera

 

Over de jaren hebben we een behoorlijk archief klassiek promotiemateriaal opgebouwd. Hier in het blog zullen we met enige regelmaat interessante folders en stukken uit vervlogen tijden delen. De orginele scans kunnen op verzoek per email worden toegezonden.

tekst versie

Tekst versie:

JUNI 1968

In deze Leica-school zullen alle kleine ver-
schillen tussen de Leica en de Leicaflex
besproken worden, alsmede alle grote Leitz-
overeenkomsten.

Leitz camera’s hebben één verschrikkelijk nadeel. Er kan niet
meer van worden verteld dat ze goed zijn e11 waarom ze zo goed
zijn. Want dat weet iedereen. Maar bijna niemand weet hoe goed
ze preciés zijn en waarom ze zo góéd zijn. En dat kan natuurlijk
wel verteld worden. ‘t Is geen kort verhaal, maar wel waard om
gelezen te worden.Want u kiest een Leitz camera voor uw leven.
Verslijten kan hij niet. Leitz camera’s gaan over van grootvaders
op vaders. Van vaders op zonen.

Welke camera u ook kiest, als u een Leitz camera koopt,
hebt u gekozen voor topfotografie. Leica en Leicaflex
verschillen alleen in het zoekersysteem. Beide camera’s
zijn van volkomen gelijkwaardige kwaliteit.
Bij de Leicaflex kijkt u “door de lens”.

Bij de Leica zijn de lenzensystemen van objectief en
meetzoeker optisch van elkaar gescheiden, maar mecha-
nisch aan elkaar gekoppeld.

Van de Leica kan bovendien nog een eenogige spiegel-
reflexcamera worden gemaakt door het beroemde
Visoflexhuis tussen objectief en camerahuis te plaatsen.

100.000 km zonder revisie is voor een auto een
kwaliteits predikaat – 100.000 keer ontspannen en
transporteren is voor een Leitz camera de ge-
woonste zaak van d’f: wereld.
“Dat zijn nog geen 3.000 belichte films”, zegt men
bij Leitz!

Persoonlijke smaak, temperament en voorkeur voor een
bepaald gebied in de fotografie spelen, naast technische
mogelijkheden en de kwaliteit van de camera-constructie,
een rol bij de keuze van uw camera.

Wanneer u een keuze zou willen maken tussen de
meetzoekercamera (Leica) of de spiegelreflexcamera
(Leicaflex) behoeft u géén kwalitatieve vergelijkingen te
maken. Hóe uw beslissing ook uitvalt, – als er Leitz
op uw camera staat, bezit u een produkt van optische en
mechanische topkwaliteit.

Meer dan 40 jaar is er onafgebroken gewerkt aan de
vervolmaking van de camera die als eerste kleinbeeld-
camera in 1925 op de markt kwam. De LEitz CAmera.

De camera die duizenden malen is nagebouwd. Die
duizenden malen niet gecopiéerd kon worden, omdat het
beste nu eenmaal nooit te copiëren is.
Hetzelfde geldt voor de objectieven van Leica en Leica-
flex. Bij alle testrapporten die de laatste jaren verschenen
in fotobladen als Focus, Foto, Popular Photography,
Modern Photography, 35 MM en Foto Magazin, behaal-
den Leitz objectieven de hoogste waarderingen.
Dat maakt uw keus alweer eenvoudiger. Leica- en
Leicaflex-objectieven zijn van gelijke hoge kwaliteit; –
ze worden immers in dezelfde fabriek gemaakt en door
dezelfde mensen geconstrueerd, gemonteerd en gecontro-
leerd.

U zou tussen een Leica en een Leicaflex kunnen twijfelen,
nooit echter hoeft u énig verschil in het te behalen
eindresultaat te vrezen. Van een perfekte opname-
kwaliteit bent u bij voorbaat verzekerd.
Dit is een belangrijk, verborgen voordeel van Leica én
Leicaflex. U krijgt daardoor een onschokbaar zelf-
vertrouwen tijdens het fotograferen. Want Leitz camera’s
kunnen álles fotograferen. Iedereen zal u daarom en om
uw resultaten benijden!

De kwaliteit van Leitz camera’s blijkt onmiddellijk uit ieder detail.

Het zal u misschien wat overdreven in de oren klinken, maar
Leitz bouwt zelfs sluiters met schijfremmen. Iedere beweging
tijdens het belichten vermindert namelijk de scherpte van de
negatieven. En het gaat u juist om maximale kwaliteit. Daarom
construeerde Leitz een remsysteem voor de gordijnen van de
spleetsluiter. Zowel het eerste als het tweede gordijn wordt
opgevangen, waardoor iedere trilling, hoe klein ook, volkomen
wordt opgevangen. Dit biedt u tijdens het fotograferen van
mensen en dieren nóg een voordeel. U kunt onbemerkt meerdere
opnamen maken; – er treedt nauwelijks sluitergeruis op. Neemt
u maar eens een Leica of Leicaflex in handen en ontspan een
paar maal. Geen reactie, geen sluiterklap, geruisloos! Zelfs bij
de Leicaflex, waarin de spiegel razendsnel omhoogspringt vóór
de sluiter afloopt, is het tweeledige trillingseffect teruggebracht
tot nul. Het Leitz patent dat dit mogelijk maakt, is uniek in de
wereld van de spiegelreflex-camera’s.

Comfortabel laden zonder film-dieet

Nog nooit hebt u het klaargespeeld een kleinbeeldcamera
zo snel te laden als een Leica of Leicaflex.
Alleen het begin van de film in de vorkgreep van de
camera drukken en de patroon op zijn plaats leggen –
klaar!

Er is een klein verschil tussen het inleggen van de film
in de Leica M4 en de Leicaflex SL. De eenvoud waarmee
het gebeurt is echter gelijk.

Het is een prettig gevoel dat uw Leica of Leicaflex geen
voorkeur heeft voor een bepaald film-dieet. Iedere
geperforeerde kleinbeeldfilm kunt u gebruiken. U hebt
alle voordelen van snel-laden zoals bij een cassette-lading,
maar niet de nadelen van een beperkte filmkeuze. Iedere
zwart / wit- of kleurenfilm die in een kleinbeeldpatroon
in de handel is, past in uw Leica of Leicaflex.

Als u de camera nu toch open hebt, kijkt u dan eens
naar de perfecte afwerking van filmbaan en filmaandruk-
plaat. Er is geen camera waarin uw film vlakker ligt.
Dat garandeert u die prachtige scherpte waarover u in
het begin verbaasd zult zijn en die u later als vanzelf-
sprekend ondervindt.

Met een SUPER-BAJONET op de camera

Leitz camera’s hebben een zogenaamde wisselbajonet,
die het u mogelijk maakt snel en zonder risico objec-
tieven te verwisselen. Het grote voordeel ligt in het feit
dat u niet – zoals bijvoorbeeld bij schroefdraadvattingen
– een objectief te los of te vast draait. Door de Leitz
wisselbajonet wordt het objectief altijd met gelijke
kracht op zijn plaats gehouden. Met één handbeweging
van de rechterhand plaatst u uw objectief op de camera
of neemt u het eraf. Daarbij bent u geheel onafhankelijk
van diafragmastand of afstandsinstelling.

De uiterste fabriekstolerantie voor de afstand van het
objectief ten opzichte van het filmvlak kan, dankzij
deze precisie-bajonet, slechts 0,05 mm bedragen. Ja, u
leest het goed: een half honderdste millimeter! (Een
mensenhaar is ongeveer acht- tot twaalfmaal dikker.)
De doorsnede van de wisselbajonet bij de Leica en
Leicaflex is bijzonder groot en maakt een vergelijking
met goedkopere camera-merken bij voorbaat zinloos.
De robuuste bouw van het camerahuis maakte deze
reusachtige diameter mogelijk. Het voordeel ligt voor
de hand. Want, hoe groter de diameter is, hoe licht-
sterker het objectief of rele-objectief kan zijn, zónder
kans op hinderlijke vignetteringsverschijnselen op uw
dia’s of negatieven.

Het is een kwestie van nauwelijks 5 seconden om van
objectief te verwisselen, zowel bij Leica als Leicaflex.
De geluidloze soepelheid waarmee de optiek verwisseld
kan worden zal u verbazen.

De ontspanknop-kom

Misschien bent u dat woord nog nooit tegengekomen in
uw fotoliteratuur. Dat verbaast ons niet, want het is
weer zo’n verborgen voordeel van een Leica of Leicaflex.
Hierbij heeft Leitz gebruik gemaakt van de hoge tast-
gevoeligheid van onze vingertoppen. De ontspanknop
heeft geen drukpunt, hetgeen een trillingvrij ontspannen
mogelijk maakt. Dankzij de kom die rond de ontspan-
knop ligt, kunt u uw wijsvinger stevig in kontakt met
de camera brengen; drukt u maar gerust zo ver door tot
uw vingertop op de rand van de kom rust. U merkt dan
dat de sluiter nog niet afloopt, terwijl u toch in staat
bent de camera stevig vast te houden. De totale greep-
op-de- camera wordt hierdoor aanzienlijk vergroot. Een
kleine verschuiving van de vingertop (Leica insiders noe-
men dit “artistieke concentratie voor het juiste moment”)
en de sluiter ontspant, precies op het door u aangevoel-
de “nu-of-nooit”moment.

De ring rond de ontspanknop is niet ter verfraaiing van
de camera aangebracht, zoals zo vaak het geval is, maar
betekent voor u een waardevol pluspunt bij iedere
opname.

Het zijn juist deze details die ervoor zorgden dat
“Leitz – groot in kleinbeeld” tot een begrip werd
over de hele wereld.

Lichtmeting

De Leica M4 heeft geen ingebouwde belichtingsmeter,
maar kan naar wens voorzien worden van een ge-
koppelde belichtingsmeter. Naar wens, – omdat veel
reportage-fotografen, fotojournalisten en amateurs prijs
stellen op een kleine, compacte camera zonder opge-
bouwde “uitwassen”. Bovendien beschikken ze vaak
over een enorme routine, waardoor ze de belichtingstijd
zonder meter feilloos kunnen bepalen.

Indien u de Leica M4 voorziet van een Leicameter,
wordt het vaststellen van de juiste tijd/ diafragma-
combinatie een eenvoudige zaak. Men zou dan kunnen
spreken van een half-automatische Leica. U kunt
namelijk uitgaan van een vaste belichtingstijd en dan
het diafragma aflezen, maar het kan ook andersom.
De Leicameter maakt het u mogelijk gericht te meten.
De meethoek komt namelijk nauwkeurig overeen met
het zoekerbeeld van het 90 mm objectief. Dankzij een
vernuftig knopje op de Leica kunt u alle zoekerbeelden
inspiegelen, ongeacht het objectief dat u op de camera
hebt geplaatst. U spiegelt het 90 mm zoekerbeeld even in
en weet dan precies welk gedeelte uw Leicameter van
uw onderwerp “ziet”. Over deze “selectieve lichtmeting”
kunt u hieronder meer lezen.

De Leicaflex SL heeft wél een ingebouwde lichtmeter
volgens het zogenaamde D.D.L.-systeem (,,door-de-
lens”). De toevoeging SL achter de naam Leicaflex duidt
op Selectieve Lichtmeting, waarvan hierboven al even
sprake was. (Of, zoals kenners zeggen: Summum cum
Laude.)

In wezen komt het erop neer dat het u mogelijk is om,
zonder de camera van uw oog te nemen, dát detail of
gedeelte uit uw motief te meten dat u representatief
acht voor een juiste belichtingstijd. Een voorbeeld zal
u duidelijk maken wat wij bedoelen. U zit op het
balkon in een theater. Het toneel is fel verlicht. De zaal
donker. Door de selectieve lichtmeting bent u nu toch
in staat de juiste belichtingstijd van het verlichte toneel
te bepalen. Het cirkelvormige scherpstel-raster, in de
zoeker, is tegelijkertijd het meetveld van uw belichtings-
meter!

Tweede voorbeeld: u ontdekt in het bos een scherp
door zonlicht verlichte tak met herfstbladeren. Door
de donkere omgeving stralen de bladeren als het ware
licht uit. Dat wilt u later bij uw diaprojectie ook terug-
zien. U kunt nu zonder enige moeite de exacte belich-
tingstijd vaststellen die u daarvoor moet gebruiken.
De SL-methode negeert de donkere omgeving en sluit
overbelichting van de bladeren volkomen uit. Camera’s
uitgerust met D.D.L.-meters, die precies meten wat de
lens ziet, kunnen dat niet!

Selectieve Lichtmeting biedt u de mogelijkheid om een
meer creatieve lichtmeting toe te ‘ passen. Vanzelf-
sprekend geldt dit voordeel ook dubbel en dwars bij
gebruik van een balgapparaat voor dichtbij- of macro-
fotografie.

Het meetsysteem van de Leicaflex SL is bijzonder
gevoelig. U kunt bijvoorbeeld met een 18 DIN film bij
diafragma 1 : 2,8 tijden meten tot 1 seconde; maar ook
sneeuwlandschappen kunnen bij vol zonlicht door deze
selectieve lichtmeting moeiteloos worden gemeten.

Over Leitz optiek valt niet te redetwisten

Welk objectief u voor uw Leica of voor uw Leicaflex ook kiest,
– álle objectieven zijn van één en dezelfde Leitz-kwaliteit. Het
ene objectief is veel kostbaarder dan het andere: voor alle
objectieven geldt echter dat zij stuk voor stuk uitstekend zijn
voor het persoonlijke, fotografische doel dat u voor ogen staat.
Graag zullen wij u adviseren om u de juiste weg te wijzen in het
geweldige objectieven – programma van Leitz. Zoveel zinnen –
zoveel objectieven.

LEITZ tweeledig camera-systeem
dekt alle mogelijke fotografische behoeften
tot in een verre toekomst

Neem een Leitz camera. Fotografeer ermee. Alle wensen
die na 10 filmpjes bij u opkomen kunnen allemaal ver-
vuld worden.
• Wilt u een 560 mm kanon op uw Leica of Leicaflex?
– Dat kan.
• Wilt u bij kaarslicht, op korte afstand, met een
supergrootbeeld-objectief fotograferen? – Dat kan.
• Wilt u in “micro” of “macro” fotograferen? – Dat
kan.

Bij Leitz kan alles.

Leitz heeft twee complete kleinbeeld·
camera-systemen in het leven geroepen. Geen vraag zo
moeilijk en bizar of het antwoord erop ligt kant-en-klaar.

Draagt u een bril?

Geen bezwaar. Wilt u mét of zonder bril fotograferen,
met een Leica of een Leicaflex?
Leitz is een ware meester in het oplossen van dergelijke
,,kleinigheden”.

Geen wonder als u bedenkt dat aan de Leitz-precisie
is bijgedragen door generaties van instrumentmakers
die voor Leitz microscopen, objectieven, kijkers en de
prachtigste meetinstrumenten bouwden. Niet aan de
lopende band, maar met de hand, zoals iedere Leica of
Leicaflex nog steeds met de hand wordt gemaakt.

U kunt alle brandpuntkanten op

U hebt “carte blanche” in het Leitz objectieven pro-
gramma. U kunt kiezen uit brandpuntsafstanden van
21 tot en met 560 mm!
Voor de Leica is er, naast de goedkopere Elmar
1 : 2,8/50 mm, die voor transport bovendien nog
inschuifbaar is, de beroemde serie Summicron objec-
tieven van respectievelijk 35, 50 en 90 mm. Summilux
35 en 50 mm zijn er voor de liefhebbers van spaarzaam
licht en voor de specialist op dit gebied is er de Noctilux
1 : 1,2/50 mm.
Verder zijn er nog beschikbaar de objectieven Elmarit
1 : 2,8 van 90 en 135 mm, plus de Tele-Elmarit van
90 mm, die nauwelijks groter is dan een 50 mm objectief
en die daarom in de wandeling “tele-dwerg” wordt
genoemd. En ook nog eens de Tele-Elmar 1 : 4/135 mm.
Al deze objectieven kunt u d.m.v. de gekoppelde afstand-
meter direkt op uw Leica gebruiken. Van een aantal
kunt u bovendien de objectiefkop gebruiken in combi-
natie met het spiegelreflexhuis voor de Leica, de
Visoflex.

Echte tele-objectieven vindt u onder de naam Telyt in
het Leitz programma. Keuze uit 200, 400 en 560 mm.
Ze kunnen worden gebruikt op de Leica met Visoflex
of de Leicaflex.

Leicaflex objectieven herkent u aan een R achter de
type-aanduiding. Voor de Leicaflex werd de Summicron
R 1 : 2/50 mm ontwikkeld en voor de brandpunts-
afstanden 35, 90, 135 en 180 mm een Elmarit R.
Ook een super-groothoekobjectief staat te uwer be-
schikking: de Super-Angulon R 1 : 4/ 21 mm met de
enorme beeldhoek van 92°, instelbaar van 20 cm tot oo.
De Telyt objectieven van de Leica passen ook op qe
Leicaflex via een vernuftige overgangsring.

Leitz heeft alles in één hand

Leica en Leicaflex objectieven zijn van de hoogste
kwaliteit. Ze komen – evenals de camera’s – alle uit
één en dezelfde fabriek.

Tussen de Leica en Leicaflex R objectieven zijn vanzelf-
sprekend mechanische verschillen. Leicaflex optiek
bijvoorbeeld moet voorzien zijn van een op kogellagers
lopend springdiafragma: een diafragma dat zich vlak
voor de opname razendsnel moet sluiten en zich daarna
weer openen.

Vele glassoorten die in Leica en Leicaflex objectieven
worden gebruikt, zult u vergeefs bij andere fabrikaten
zoeken. Leitz- heeft een eigen glaslaboratorium, ingericht
om de voorsprong die Leitz op optisch gebied heeft te
behouden en te vergroten. Als bezitter van een Leica of
een Leicaflex ervaart u de waarde daarvan in de praktijk.
Door een bijzonder goede kleur-weergave, een maximale
scherpte en brillance wordt de term “groot in klein-
beeld” méér dan een slogan. Uw eigen resultaten zullen
dit bevestigen.

Daarom ziet u zo veel kenners en kunners met Leica of
Leicaflex fotograferen, – ze piekeren nooit over de
kwaliteit van hun camera of objectieven. Ze kunnen
zich onder alle omstandigheden, met hun Leitz camera
met volle lensopening, geheel concentreren op het
onderwerp.

Scherpstellen met objectieven van
21 t/m 135 mm brandpuntsafstand
De werkzame meetbasis van de afstandsmeter in de
Leica M4 is bijzonder groot, hetgeen de nauwkeurigheid
bevordert. Bovendien werkt zo’n afstandsmeter zeer
eenvoudig. Eén blik in de zoeker maakt u dat snel
duidelijk.

Centraal in de zoeker vindt u een helder, scherp
begrensd meetvlak. Richt u dit vlak op een verticale
lijn in uw onderwerp. Is de afstand niet juist ingesteld,
dan ziet u die lijn dubbel. U draait even aan uw
objectief tot de lijnen elkaar dekken – dan is de
camera correct ingesteld. U kunt ook op het totaalbeeld
scherpstellen. Even draaien en in de zoeker ziet u het
dubbelbeeld tot één beeld worden. Na enige oefening
lukt u dat in een fractie van een seconde, zelfs onder de
slechtste weersomstandigheden.

In de Leicaflex vindt u, centraal in de zoeker, een
zogenaamd prisma-raster. Als u dat op een onderwerp
richt en uw objectief is niet correct ing~steld, dan
trilt het beeld enigszins. Draait u nu aan de instelring
van het objectief tot het trillen of vibreren ophoudt,
dan hebt u exact scherpgesteld.

Bij gebruik van objectieven met een brandpuntsafstand
tot en met 90 mm werkt de Leica M4 wat sneller dan
de Leicaflex SL. Dat de omstandigheden waal’onder u
werkt ook een rol spelen spreekt vanzelf. Bij slecht
licht zult u met grote diafragma-openingen m oeten
werken, wat een zeer geringe scherptediepte tot gevolg
heeft, waardoor een exacte scherpstelling geboden is.
Hier is de snelheid van de Leica M4 zonder enige
twijfel in het voordeel ten opzichte van alle spiegel-
reflexcamera’s, inclusief de Leicaflex. (Optische wetten
worden namelijk niet door Leitz gemaakt, ze gelden
voor iedereen die zich met fotograferen bezighoudt!)
Ook bij het fotograferen van snel bewegende onder-
werpen biedt de Leica voordelen omdat de contour-
dekking bijzonder snel tot stand kan worden gebracht
en bovendien het in de zoeker aanwezige veld eromheen
van groot gemak is bij het volgen van het onderwerp.
Bij voetbal ziet u de bal alsnog voordat hij zich binnen
het kader van het 50, 90 of 135 mm objectief bevindt.
Ook bij alle andere bewegende onderwerpen is dit een
voordeel.

Vooral bij dichtbij-opnamen en bij gebruik van Elpro
voorzetobjectieverl bent u met de Leicaflex in het
voordeel. U kunt dan namelijk niet alleen gebruik
maken van het centrale prisma-raster maar ook nog
van het gehele instelvlak. Tot in de uiterste hoeken is
de Leicaflex SL-zoeker bruikbaar om uw scherpte te
beoordelen. Let u ook vooral eens op de rust van het
totale instelvlak. U zult het in déze grootte en déze
helderheid vergeefs m andere spiegelreflexcamera’s
zoeken.

Het 135 mm objectief is de langste brandpuntsafstand
die zonder meer op de Leica gebruikt kan worden.
Dat men op een Leica deze brandpuntsafstand kan
toepassen komt door dat de afstandsmeter zeer nauw-
keurig gebouwd is. Voor wie het op prijs stelt, zelfs
onder de meest miserabele lichtomstandigheden scherp
te stellen, is dft een geweldig systeem.

Bij slecht licht is een Leica afstandsmeter onovertrefbaar.

Scherpstellen van objectieven met
brandpunten langer dan 135 mm

Hier is de Leicaflex favoriet. Dit is namelijk uitgesloten
via de afstandsmeter van de Leica. Het kan wel in
combinatie met het Visoflex spiegelreflexhuis (in de
wandeling Visoflex genoemd). Dat de camera hierdoor
niet gestroomlijnder wordt is duidelijk. Desondanks zijn
er vele vak- en amateurfotografen die zweren bij de
Visoflex. Dit is niet zo verwonderlijk omdat men,
naar gelang de omstandigheden en soort van fotografie,
kan overschakelen op die “versnelling” die men nodig
heeft. De Visoflex kan op de Leica gebruikt worden
voor brandpuntsafstanden van 65 mm tot en met het
langste brandpunt in het Leitz systeem.

Vele anderen geven er de voorkeur aan om voor alle
brandpuntsafstanden de Leicaflex te gebruiken, omdat
zij zichzelf rustig de tijd willen gunnen voor het scherp-
stellen.

De zoeker vervult twee belangrijke functies

Een esthetische functie, omdat men in de zoeker de
compositie bepaalt en eventueel ook nog de dosering
van de scherpte. Hoe groter de zoeker is, hoe beter
hij deze esthetische functie kan vervullen.
De technische functie van de zoeker is zorg te dragen
voor een betrouwbare scherpstelling op het onderwerp.
Hoogwaardige camera’s zijn dan ook steeds voorzien
van een afstandsmeter in het zoekerbeeld. Hoe groter
de werkzame meetbasis van deze afstandsmeter is, des te
nauwkeuriger kan men ermee scherpstellen.

Hier nu liggen de geringe verschillen tussen een Leica
en een Leicaflex: in het zoekerbeeld en de afstandsmeting.

De compositie bepaalt u in de zoeker
Hierbij zijn tussen de Leica en de Leicaflex aanwijsbare
verschillen aanwezig.

Bij brandpuntsafstanden korter dan 50 mm, wordt in
de Leica meetzoeker het onderwerp groter af geheeld
dan in de reflexzoeker van de Leicaflex. Naarmate u
langere brandpuntsafstanden toepast, wordt de zoeker-
vergroting voor de Leicaflex gunstiger.

Voorkeur voor het ene of het andere zoekersysteem
houdt, naast fotografische wetten, mede verband met
temperament en smaak.

De man van snelle aktie en reaktie is meestal meer op
het moment gericht dan op uitgebalanceerde compositie;
dáárom kiest hij voor Leica – meestal onbewust –
maar nooit ten onrechte. Bovendien is het vaak zo dat
hij in feite geen zoeker nodig heeft om de juiste com-
positie te kunnen vinden. Hij bepaalt deze zonder door
zijn camera te kijken; de zoeker gebruikt hij als vizier.
Anderen tasten het onderwerp al kijkende door de
camera af; zij bepalen de compositie op die manier
zeer weloverwogen. Zonder enige twijfel is de Leicaflex
hier in het voordeel.

Bij langere brandpuntsafstanden, zoals 135 mm of n6g
langer, is het bepalen van de compositie nauwelijks
meer mogelijk zonder het opname-objectief tevens als
zoeker-objectief te benutten, – daarom gebruikt men
bij echte tele-objectieven de Leicaflex 6f de Leica/
Visoflex-combinatie.

Volume en gewicht

U hebt geen duimstok nodig om vast te stellen dat
een Leica belangrijk kleiner is dan een Leicaflex. Ook
de weegschaal zal u aantonen dat er gewichtsverschillen
zijn. Dit is één van de redenen waarom op expedities
naar de Noord- of Zuidpool, Tibet, de Sahara vaak
de voorkeur wordt gegeven aan een Leica uitrusting.
Een Leicaflex SL is immers in feite een Leica inclusief
Visoflex, inclusief belichtingsmeter. Daar is veel en
goed glas voor nodig, plus een sterke behuizing. Hoog-
waardige glassoorten zijn nu eenmaal “gewichtig” en
ook de vatting voor dit glas moet aan alle kwaliteits-
eisen voldoen.

Een Leicaflex SL is dus in tweeërlei opzicht een camera
van gewicht. Kan Leitz dan geen kleinere en lichtere
reflexcamera bouwen?

Nee en nog eens nee; – ten eerste niet omdat er in
Wetzlar zeer kundige constructeurs en instrument-
makers voor u een produkt fabriceren uit de beste
materialen die momenteel ter beschikking staan. Nog
eens nee, omdat merr zich wat de optiek betreft geen
concessies kan en wil permitteren.

Kijk eenmaal door de zoeker van een Leicaflex en
ontdek hoeveel groter en helderder die is dan alle
kleinere broertjes en zusjes uit de grote reflexfamilie.
Dan weet u waarom een Leicaflex zo stevig van
postuur is.

Uw handelaar neemt uw laatste twijfel graag weg

Iedere fotohandelaar, die Leica en Leicaflex in voorraad
heeft, zal u deze beide camera’s graag demonstreren.
Mocht uw handelaar u beide camera’s niet kunnen
laten zien, dan bent u vanzelfsprekend voor een
demonstratie bij ODIN van harte welkom.
In onze toonkamers staan kleinbeeldspecialisten voor
u klaar, bij wie u uw hart en fotografische wensen
kunt uitstorten. Zij zullen u met raad en daad ter
zijde staan.

C. W. Broere

LEICA SCHOOL
IS EEN PUBLICATIE VAN ODIN

Maarten is de Oprichter van Fotohandel Delfshaven en MK Optics. Hij draagt zorg voor de inkoop en probeert af en toe een stukje te schrijven voor dit blog.

All author posts